In een besluit van 16 augustus 2022 van het Britse Department of Health and Social Care (DHSC) is geoordeeld dat er op dit moment niet voldoende zekerheid kan worden geboden over een veilig gebruik van het Pfizer-mRNA-vaccin bij zwangere vrouwen. Ook vrouwen die borstvoeding geven, mogen niet worden gevaccineerd. De reden is dat er momenteel geen gegevens zijn over reproductietoxiciteit (dit is het verschijnsel dat chemische stoffen leiden tot verminderde vruchtbaarheid van man of vrouw, of tot afwijkingen in de ontwikkeling van het embryo of de foetus) van het Pfizer-mRNA-vaccin.
Normaal gesproken zijn uitgebreide reproductietoxiciteitsonderzoeken bij dieren verplicht voordat een nieuw medicijn aan zwangere vrouwen mag worden gegeven.
Vanwege de kwetsbaarheid van het zich ontwikkelende ongeboren kind zijn de regels voor het geven van nieuwe medicijnen aan zwangeren zeer streng. Dit is mede ingegeven door ervaringen uit de vorige eeuw met DES en Softanon. Deze geneesmiddelen werden ook snel op grote schaal ingezet, waarbij pas in een later stadium de ernstige gevolgen duidelijk werden.
Het Artsen Collectief spreekt dan ook zijn verbazing uit dat meerdere ziekenhuizen actief zwangere vrouwen opriepen zich te laten vaccineren, en bepleit nog steeds terughoudendheid totdat er meer langetermijngegevens bekend zijn.
Deze ziekenhuizen baseerden zich op voorlopige bevindingen over de veiligheid van coronavaccins voor zwangere vrouwen. We wachten nog altijd op de definitieve resultaten. Het onderzoek betrof vrouwen die zwanger waren in de periode van 14 december 2020 tot 28 februari 2021, en die 12 maanden zouden worden gevolgd. De studie is derhalve al afgerond op 1 maart 2022.
De Britse DHSC staat vrouwen in de vruchtbare leeftijd toe zich te laten vaccineren met Pfizer, maar alleen als door professionele gezondheidszorgers een mogelijke zwangerschap is uitgesloten.
Meer informatie lees je op onze onderbouwingspagina ‘Zwangeren’ >