Emma, 17 september 2023
De afgelopen twee weken heeft er het nodige gespeeld binnen de Partij voor de Dieren. Uiteindelijk bleek dit interne conflict hoofdzakelijk te draaien om mee te willen regeren of eeuwig in de oppositie blijven. Kiezen voor een democratisch beleid of kiezen voor activisme. Meerdere malen meldde de journalistiek dat dit conflict stemmen zou gaan kosten bij de verkiezingen op 22 november. Laten we hopen dat dit niet gebeurt want welke kant je ook kiest, de dieren hebben je nodig en daar staat de Partij voor de Dieren pal voor. Dat zal hoe dan ook altijd het uitgangspunt blijven.
Het doet me terugdenken aan een artikel in Trouw van Niko Koffeman uit 2009 waar hij toen al de spijker op zijn kop sloeg en dit artikel is nog steeds zeer actueel. Dus laten we alsjeblieft onze stem blijven uitbrengen voor de dieren die zelf niet kunnen stemmen en die een Partij voor de Dieren hard nodig hebben. Lees hieronder de tekst van Niko Koffeman:
Dierenactivist is geen terrorist
Nederland gaat grof om met dieren en er zijn steeds meer mensen die zich daartegen verzetten.
Niko Koffeman en Eerste-Kamerlid voor de Partij voor de Dieren
Mensen gaan op een extreme wijze met dieren om. Ze stellen de lichamen van dieren bij vol bewustzijn ter beschikking van de wetenschap, ze gebruiken dieren als levende schietschijven, ze doden miljoenen eendagskuikens alleen omdat die van het mannelijk geslacht zijn, ze dwangvoederen ganzen tot hun levers opzwellen tot tienmaal de normale grootte, ze martelen stieren als volksvermaak. Nederland heeft als meest veedichte land ter wereld geen schone handen. In onze veehouderij lijden en sterven elk jaar 500 miljoen dieren.
Steeds meer mensen wensen zich daar niet bij neer te leggen. Zij zien dat het leven van het dier voor een dier van net zo grote waarde is als het leven van de mens voor de mens is. Nederland kent ruim 4 miljoen georganiseerde dieren-, natuur-, en milieubeschermers, en heeft als eerste land ter wereld een partij voor de dieren met inmiddels twintig volksvertegenwoordigers.
Maar Nederland heeft tegelijk een parlement dat de paling laat uitsterven. Vanwege de korte-termijnbelangen van vissers en broodje-palingeters. Zo ontstaan er fricties. En verwijten van extremisme. Een woord dat altijd nauw samenhangt met de zienswijze van de gebruiker ervan. Voor sommigen is het extreem om een partij op te richten die niet de mens centraal stelt, maar de dieren, de natuur en het milieu. Voor anderen is het extreem om boeren toe te staan om zoveel antibiotica te gebruiken dat daarmee de volksgezondheid in gevaar komt als gevolg van massale MRSA-besmettingen bij mens en dier. Om de vleessector toe te staan besmette producten te leveren, waardoor elk jaar honderden mensen sterven en honderdduizenden mensen ziek worden. Of om een door de WHO voorspelde H5N1 pandemie met miljoenen verwachte slachtoffers, slechts voor te bereiden met een scenario van de ’ellebooggroet’ om besmetting tegen te gaan. We weten van het Planbureau voor de Leefomgeving dat de kosten van de noodzakelijke klimaatbeheersing met 50-70 procent omlaag kunnen bij een serieus beleid om de vleesconsumptie te verminderen, maar de regering blijft uitgaan van ’na ons de zondvloed’.
In 2017 heeft 70 procent van de wereldbevolking als gevolg daarvan onvoldoende schoon drinkwater en de adviesraad van de Britse regering voorspelt daarnaast binnen 20 jaar dramatische tekorten op het gebied van energie en voedsel bij ongewijzigd beleid.
Dát is de voedingsbodem die een zeer klein deel van de 4 miljoen dieren-, natuur- en milieu-activisten, aanzet tot wetsovertreding. Wie de AIVD-rapportages daarover leest, moet concluderen dat het gaat om niet meer dan pakweg 0,025 promille van de mensen die opkomen voor dieren, natuur en milieu. Hun wetsovertreding moet worden afgewezen, maar de bestaande wetten zijn voldoende om ertegen op te treden. Met terrorisme heeft het niets van doen en de uitvergroting ervan is buitenproportioneel, ook voor wie elke vorm van geweld afwijst, zoals de Partij voor de Dieren doet.
Maar het is niet onbegrijpelijk dat een wet die stelt : „Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen”, bij mensen tot wanhoop en frustratie kan leiden, wanneer die wet met voeten getreden wordt. Wanneer elk leed dat bedacht kan worden, ook door mensen aan dieren wordt aangedaan, straffeloos is. Vrij naar Tertullianus zou je kunnen zeggen dat het bloed van de proefdieren, de prooidieren en de productiedieren het zaad van het activisme is.
Mensen die voor de belangen van dieren opkomen zijn geen criminelen. En zouden ook niet gecriminaliseerd moeten worden door ze contracten te laten tekenen waarin ze zich trouw aan de wet moeten verklaren. En ze zouden ook niet voortdurend lastig gevallen moeten worden met de vraag wat zíj nou vinden van dat radicale dierenactivisme.
Zoals van VVD’ers niet gevraagd wordt bij contract afstand te nemen van het graaigedrag bij banken en verzekeraars, zo ligt het niet voor de hand dierenbeschermers te wantrouwen wegens hun mededogen voor dieren.
De taak van de overheid is verdachten van misdrijven op te sporen en te berechten. Niet om verdachtmakingen te uiten jegens wie dan ook.